Vorig jaar in de herfstvakantie trokken we twee dagen naar Den Haag, dit jaar kozen we erg last-minute voor opnieuw een kort verblijf bij onze noorderburen. Bestemming deze keer: Noord-Holland. Het beloofde een ontdekkingstocht vol contrasten te worden waar kaas en molens nooit veraf waren.
We hadden niet minder dan vijf bezienswaardigheden op ons lijstje staan: de Zaanse Schans, Zaandam, Alkmaar, Hoorn en Volendam. Niet niks voor goed anderhalve dag, maar we zouden wel zien welke mogelijkheden de tijd ons zou brengen. De bedoeling was immers er weer even tussenuit te zijn en het allemaal op ons af te laten komen.
Zaanse Schans
Wie Nederland zegt, zegt kaas, klompen en molens. En van dat alles vind je heel wat op de Zaanse Schans, net ten noorden van Amsterdam. De Zaanse Schans kan je vergelijken met Bokrijk bij Genk in België. Het vertelt het verhaal van de Nederlandse levenswijze vele jaren geleden.
We kwamen rond de middag aan en parkeerden de auto op de parking van het station Zaandijk Zaanse Schans. In tegenstelling tot de 10 euro die men aanrekent op de parking van de Zaanse Schans is deze parking gratis. We moesten wel tien minuutjes wandelen, maar dat namen we er graag bij, zeker omdat we voorzagen niet te lang te blijven.
Wat meteen opviel was dat er in Zaandijk een niet zo aangenaam geurtje hing. Afhankelijk van de wind werd dit geurtje een storende, haast penetrante stinkboel die ons bijna deed kokhalzen. Enig opzoekwerk leerde dat deze geur van een groot bedrijf in Zaandijk afkomstig is dat pal aan de Schans is gelegen. Niet aangenaam om lang in rond te wandelen dus.
Vanop de Julianabrug konden we een eerste blik werpen op de molens die zo typisch zijn voor de Zaanse Schans. Een eerste vaststelling was alvast dat de foto’s, zoals wel vaker, mooier zijn dat de realiteit. De omgeving is dan ook alles behalve romantisch, met zware industrie die overal duidelijk zichtbaar is.
Via de brug wandelden we het gebied binnen. Je kan per attractie betalen of een allesomvattend ticket kopen, maar je kan er ook gewoon gratis doorwandelen. Al snel konden we niet anders dan vaststellen dat alles wat cliché is aan Nederland, hier overduidelijk aanwezig is. De Zaanse Schans is dan ook niet bedoeld voor locals maar duidelijk wel voor de internationale toeristenmassa die vanuit Amsterdam in no time hier staat. Autocars rijden af en aan en droppen met enige regelmaat groepen van over de hele wereld. Om de haverklap kan je foto’s laten maken in Nederlandse klederdracht, kan je veel te dure kazen aanschaffen of kan je rommelsouvenirs kopen die je wel vaker ziet bij toeristenmagneten als deze. Later zouden we overigens gelijkaardige dingen zien in Volendam.
De molens leverden af en toe mooie plaatjes op, maar dat was het dan ook. De toeristenhorden werkten ons erg op de zenuwen zodat we niet langer dan nodig bleven en blij waren dat we naar onze volgende stop konden.
Als je van pretpark Amsterdam houdt, dan is de Zaanse Schans een absolute must. Hier kan je je immers helemaal laten onderdompelen in wat massatoerisme teweegbrengt. Hoewel het bedoeld is als kijkvenster naar het verleden, wordt het helemaal onder de voet gelopen door de grote massa en lijkt dat kijkvenster eerder ten dienste te staan van wat toeristen uit verre oorden willen zien en ervaren. Jammer en goed voor één keer, maar daarna nooit meer. En laat dat nu ook het gevoel zijn dat we na onze bezoeken overhielden aan de Nederlandse hoofdstad…
Zaandam
De Zaanse Schans ligt in Zaanstad waarvan Zaandam het eigenlijke centrum is. Zaanstad telt behoorlijk wat inwoners en is eigenlijk een satellietstad van Amsterdam. Hier is zware industrie te vinden maar je ervaart ook dat dit niet het meest welvarende deel van Nederland is. We hadden er een erg vreemd gevoel bij en ervaarden dat dit niet een streek is waar je lang wil zijn. Waarom wilden we dan toch naar Zaandam? Wel, voor één bijzonder gebouw: het Inntel Hotel.
We parkeerden de auto in parkeergarage Rozenhof. De route erheen vanaf de hoofdweg die Zaandam doorkruist, bestendigde het gevoel dat we eerder al hadden. Deze stad voelt zeer vreemd aan. Huizen zijn niet altijd netjes en ogen soms wat vervallen. De parkeergarage zelf grenst aan een winkelcentrum waar erg veel leegstand is. We besloten dan ook niet te lang rond te hangen in Zaandam maar efficiënt op ons doel af te gaan en dan weer te vertrekken.
We wandelden doorheen de winkelstraat richting het Inntel Hotel dat in de verte opdook. Dit hotel maakt deel uit van een stadswijk die in dezelfde stijl wordt ontwikkeld met als doel de typische Zaanse architectuur uit te vergroten. Onder andere ook het stadhuis, dat eerder lijkt op een simpele duplo-constructie, past binnen dat plaatje. Het uitvergroten is alvast gelukt en je merkt duidelijk dat er een visie achter zit. Of dit een visie is die zorgt voor een gezellig stadsdeel is een andere vraag. Nederland durft architecturaal te vernieuwen en dat verdient zeker een pluim, alleen zorgt het vaak niet voor de meest gezellige plekjes. Dat ervaarden we ook eerder al in Rotterdam en ook het moderne deel van Den Haag lijkt geen ziel te hebben. Het zorgt alvast voor de nodige contrasten: het moderne Nederland voelt erg kil en steriel aan, het oude Nederland net heel knus en gezellig.
We wandelden wat rond, keken onze ogen uit, en vonden het niet erg hier weer te moeten vertrekken. Overnachten in Zaandam staat na ons bezoek niet bepaald op ons lijstje, dus we vonden het prima zo.
Alkmaar
Na onze vreemde en weinig indrukwekkende eerste ervaringen sprongen we de auto in en reden we naar ons hotel (Van der Valk Akersloot) om alvast in te checken voor we doorreden naar Alkmaar. Vanaf het hotel was het zo’n 10 kilometer rijden tot in het centrum van de stad dus dat viel prima mee. De dag was echter al gevorderd waardoor we pas rond 16u arriveerden in Alkmaar. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn maar de dagen zijn inmiddels kort en het zou al snel donker worden. Dat levert toch altijd weer andere indrukken op.
Nadat we de auto hadden geparkeerd in parkeergarage Schelphoek, een aanrader overigens, gingen we op pad. We hadden de app AbelLife gedownload en vervolgens de gratis wandeling Alkmaar – Stadswandeling. We hebben het niet gecontroleerd, maar volgens de app was die wandeling 4 kilometer. Ze bracht ons langs alle bezienswaardigheden van de stad.
Al snel werd duidelijk dat Alkmaar een bijzonder gezellige stad is. De geschiedenis druipt er van af en er zijn erg veel gezellige steegjes, grachten en pleintjes. De Oude Stad doet een beetje denken aan Utrecht en het oude centrum van Den Haag en dat maakte dan ook dat ik Alkmaar graag in de top plaats van mooiste Nederlandse steden. Amsterdam vergeten we graag. Alkmaar heeft precies dezelfde gezelligheid, alleen heb je de stad haast voor jezelf. Hier geen tienduizenden toeristen en horeca en attracties die daar in functie van staan. Je kan er zelfs een rondvaart maken op de grachten. Wat wil je nog meer?
Het viel ons overigens op dat dit een zeer rustige stad is. Tegen sluitingstijd van de winkels viel alles zo goed als stil en liepen we regelmatig alleen door de straatjes. Genieten! We sloten de dag af in het Italiaans restaurant Portofino voor we terug naar het hotel reden.
De dag nadien besloten we nog een keertje terug te gaan. We hadden alles in principe al wel gezien, maar in daglicht oogt alles toch weer wat anders en we konden deze gezellige stad moeilijk zo maar achterlaten zonder toch nog eens te gaan kijken. We maakten dezelfde wandeling en keken wat meer in detail. Zo bezochten we enkele ‘hofjes’ in de stad en ook die straalden de nodige gezelligheid uit. Het Hofje van Splinter, dat zich achter een groene voordeur bevindt, vonden we het bijzonderst.
Hier en daar kortten we de wandeling in, want we hadden nog wat dingen op het programma staan. Vandaag was de Waag geopend en konden we een kijkje nemen in het grote gebouw. Hier hingen nog authentieke weegschalen waar vroeger onder andere de kazen werden gewogen voor ze verkocht werden. Leuk om te zien!
Een tweetal uurtjes later was het dan toch tijd om Alkmaar vaarwel te zeggen. We waren bijzonder gecharmeerd door de stad en hebben er echt van genoten. Wellicht tot ooit!
Hoorn
Nog meer noordwaarts ligt de stad Hoorn, aan het Markermeer. De stad kent, net als Alkmaar, een rijke zeevaarders- en handelshistorie en op foto’s leek het wel eens de moeite om er langs te gaan. Vanuit Alkmaar was het een half uurtje rijden, dus prima te doen.
We parkeerden de auto in de parkeergarage van de Schouwburg en wandelden langs het Markermeer richting haven. Vervolgens wandelden we via de binnenstad weer terug naar de auto. We besloten de stad niet in detail te bezoeken maar eerder wat indrukken op te doen. Net als Alkmaar waren er enkele gezellige plekjes te vinden, maar het gaf ons toch niet het gevoel dat we in Alkmaar hadden. Desondanks hebben we weer leuke dingen gezien, maar een herhaalbezoek hoeft niet echt meer.
Volendam
Het was inmiddels weer late namiddag en we hadden nog één stop op ons lijstje staan: Volendam, de bakermat van heel wat Nederlandse muziek. Net als Hoorn ligt Volendam aan het Markermeer, op een boogscheut van Amsterdam.
We parkeerden de auto gratis aan het Marinapark, op enkele minuten wandelen van het centrum. Na een korte wandeling kwamen we aan de oever van het meer met zicht op de typische huisjes. We kregen er een beetje het Fisherman’s Wharf-gevoel van San Francisco bij. Het oogde dus zeer gezellig en sfeervol.
Kanttekening is helaas dat we Volendam in de categorie Amsterdam, Zaanse Schans en meer van Nederlandse clichébeelden die tegelijk toeristenvallen zijn moeten plaatsen. De gelijkenissen met de Zaanse Schans waren dan ook treffend: ook hier weer de buitenlandse toeristen (die duidelijk niet tot Alkmaar of Hoorn gaan) en de typische Hollandse taferelen als kaas, oude klederdracht en rommelsouvenirs. Bij ons bezoek was het behoorlijk rustig in Volendam, maar we maakten snel de bedenking dat we hier absoluut niet willen zijn in het hoogseizoen wanneer de toeristen elkaar weer verdringen. Net zoals de Zaanse Schans lijkt Volendam dan ook gebouwd te zijn als toeristenattractie en dat maakt dat de authenticiteit ernstig onder druk komt te staan. Maar ach, het was gezellig in deze tijd van het jaar en we zijn blij dat we Volendam kunnen afvinken. Waar we niet mee gezegd willen hebben dat het een must was…
Onze mening
Noord-Holland heeft heel wat te bieden. Er zijn gezellige plaatsen, maar de toeristenvallen zijn door de nabijheid van Amsterdam nooit ver weg en daar moet je absoluut rekening mee houden. Alkmaar vonden we een ware ontdekking. Die stad komt te weinig in de schijnwerpers, hoewel een deel van de charme ook wel is dat de stad niet ontdekt lijkt te zijn. Geen idee hoe het hier in het hoogseizoen is. De stad zelf beweert dat er heel wat volk afkomt op de vrijdagse kaasmarkt die van april tot september wekelijks gehouden wordt. We moeten dus wat voorzichtig zijn met uitspraken over drukte. Vast staat dat je de stad eens moet bezoeken. En als je eens niet naar de traditionele kleppers zoals Amsterdam en Rotterdam wil, is Alkmaar zeker een aanrader, samen met Utrecht en Den Haag.