De kans is groot dat je Amsterdam of Rotterdam kiest als je op citytrip gaat bij onze noorderburen. Beide steden konden ons echter niet overtuigen. Utrecht slaagde daar een jaar of twee geleden al wat beter in en deze keer kozen we voor onbekend Den Haag. De verwachtingen lagen laag, geheel onterecht bleek achteraf.
Eén nachtje weg, meer hoefde niet, en dan zijn de mogelijkheden beperkt. De natuur vormde een grote kanshebber maar uiteindelijk kozen we voor een bestemming op slechts 1u15 van Antwerpen. Het werd de politieke hoofdstad en derde grootste stad van Nederland: Den Haag.
Onze uitvalsbasis voor twee dagen Den Haag werd het hotel Van der Valk Nootdorp-Den Haag, buiten de stad gesitueerd maar handig als je de metro of trein wil nemen richting centrum.
Bij onze aankomst moesten we enkele rondjes rijden voor we plaats vonden omdat het toch al niet kleine hotel op dit moment nog wordt uitgebreid met vijftig kamers, een wellness en een zwembad. Wellicht byebye betaalbare prijzen… Inchecken was voor ‘s avonds, dus pakten we onze spullen en wandelden naar het één kilometer verderop gelegen station Ypenburg. Aanvankelijk dachten we een goede zaak te doen door een hotel te kiezen aan de rand van de stad zodat we in de binnenstad geen parking hoefden te betalen, maar het openbaar vervoer viel verrassend duur uit. Een enkele rit met de tram kost je € 3,50 per persoon en de treinrit kost je vanaf Ypenburg naar Den Haag Centraal € 3,20 als je je kaartje niet op voorhand digitaal koopt. Een dagkaart voor de Haagse trams en bussen kost € 6,50. Toch allemaal niet niks als je het vergelijkt met de prijzen die je bv. in Antwerpen betaalt. Hier kost een enkeltje met de tram € 1,60. Zo veel te klagen hebben we dus nog niet.
In station Ypenburg moesten we een tiental minuutjes wachten voor de Sprinter ons meenam in een acht minuten durend tripje tot in Den Haag Centraal, waar onze verkenning kon beginnen.
Plein
Zoals vaker was Time To Momo onze reisgids. Het boekje voorziet drie wandelingen in en rond Den Haag. Op deze eerste dag zouden we uiteindelijk twee routes combineren en zo eigenlijk de essentie van de stad al gezien hebben.
Vanaf Den Haag Centraal wandelden we richting centrum. De stationsbuurt is een bijzonder moderne buurt, inclusief wolkenkrabbers. De vrees bestond dat we Den Haag daardoor even koel en afstandelijk zouden gaan vinden als buur Rotterdam, maar dat was buiten het gezellige oude centrum van de stad gerekend. Via de Herengracht en de Korte Poten kwamen we aan op het Plein, waar we eigenlijk meteen verkocht waren door de gezelligheid van Den Haag. Tientallen terrasjes omzomen het grote verkeersvrije plein met in het midden een standbeeld van Willem Van Oranje. Hollandser kan niet. Op de koop toe heb je hier een bijzonder fraai stadsgezicht: de oude gebouwen van het Plein op de voorgrond en de wolkenkrabbers van het moderne Den Haag die statig en indrukwekkend de skyline domineren. Veel steden, zeker de historische, huiveren van dergelijke mix als zouden wolkenkrabbers het oude zicht verpesten. Niet zo in Den Haag; hier versterkt het ene het andere. Den Haag bewijst zo dat met degelijke architectuur het ene het andere niet in gevaar hoeft te brengen.
Willemspark en Vredespaleis
Het Binnenhof lieten we even voor wat het was en we wandelden via Lange Voorhout naar de wijk Willemspark met als doel het Vredespaleis. De wijk Willemspark is een zeer statige wijk met prachtige woningen, mooi aangelegde straten en gezellige winkeltjes en horecazaakjes. De wijk deed me op een gegeven moment zelfs wat denken aan Wenen, maar dan uiteraard in een iets kleinere versie. Als dat geen compliment is…
Willemspark doet een beetje denken aan Wenen, maar dan in het klein, en dat is niet bepaald een belediging.
Niet veel verder kwamen we aan bij het Vredespaleis, zetel van het Hof van Arbitrage van de Verenigde Naties. Het paleis is maar zeer beperkt te bezoeken, het bezoekerscentrum is altijd en gratis toegankelijk. Op het binnenpleintje aan het bezoekerscentrum stonden we even stil bij de Wish Tree, een boom die vol hangt met briefjes waarop bezoekers wensen voor de wereld neerpenden. Grootse monumentale gebouwen heeft Nederland niet echt en in dat opzicht is het Vredespaleis misschien wel een uitzondering, al is het gebouw zelf nu ook weer niet zó speciaal.
Koninklijk Den Haag
Den Haag is niet alleen de politieke hoofdstad van Nederland, het is ook de stad waar de koning werkt. Ons volgende doel was dan ook Paleis Noordeinde, het werkpaleis van Willem-Alexander. We hadden ons ingebeeld dat we eindelijk eens een monumentaal, groots gebouw zouden zien met groen ervoor. Denk aan het Koninklijk Paleis in Brussel of de grijze bunker Buckingham Palace in Londen. Toen we het paleis naderden werd het stadslandschap niet ruimer, zoals je zou verwachten, maar net krapper. Uiteindelijk blijkt Paleis Noordeinde eigenlijk een ‘rijtjespaleis’ te zijn. Het ligt gewoon in de straat met dezelfde naam en vormt één geheel met de rijtjeshuizen. Als de buren links of rechts iets willen ophangen tegen hun muur en ze boren het gat iets te diep, kunnen ze zo bij Willem-Alexander binnenkijken. Zeer bizar en dus nogmaals: voor grootse monumentale gebouwen moet je niet in Nederland zijn. We gaven de publiek toegankelijke Paleistuin aan de achterkant van het gebouw nog een kans, maar ook dat kon geen verwondering teweeg brengen, helaas.
Geen nood, het historische centrum van Den Haag is zo gezellig en knus dat het geen grootsheid nodig heeft. Houd dat maar voor de moderne wolkenkrabbers aan de stations Centraal en Hollands Spoor.
Politiek Den Haag
Van de koning ging het naar Mark Rutte, maar niet vooraleer we even pauzeerden om wat te drinken. Dat deden we bij Anne&Max op het Kerkplein aan de Grote Kerk. In een hip en gezellig interieur met supervriendelijke bediening kozen we voor een overheerlijke ‘Liefdesverdriet’ (geen nood, het gaat prima tussen Sofie en mij) en een Citroen Cheesecake.
Langs de übergezellige straatjes van het centrum wandelden we naar het Binnenhof, het politieke hart van Nederland. Het Binnenhof is een middeleeuws gebouwencomplex en het oudste parlementscomplex dat die functie nog heeft, naar eigen zeggen althans, we zullen het dan ook maar geloven. Aan de noordzijde grenst het aan de Hofvijver met in het westen de Gevangenpoort. Tegen alle verwachtingen in was dit alweer een bijzonder mooi stukje Den Haag. Vanaf de Hofvijver heb je immers een prachtig zicht op het indrukwekkende complex, met alweer de wolkenkrabbers op de achtergrond. Vooral het zicht op het Torentje (het bureau van de premier) en het Mauritshuis met daarachter de moderne torens van Den Haag Centraal is indrukwekkend. Aan het Binnenhof kreeg ik eventjes een spontaan Kopenhagengevoel. Alweer, als dat geen compliment is…
We wandelden verder rond de Hofvijver om vervolgens via het Plein en het Mauritshuis dwars door het Binnenhof te wandelen. In andere landen zou het ondenkbaar zijn, maar in Den Haag kan je de politici bijna aanraken. De BMW’s van de ministers en andere ambtenaren staan met hun chauffeurs geparkeerd op het binnenplein en als je maar lang genoeg wacht, kan je zo een bekend politicus zien. Behalve Mark Rutte kenden we niemand op wie we een naam en/of een gezicht konden plakken, dus voor ons zou wachten een zinloze bedoening geweest zijn. Toch wandelden we niet te snel door, want het Binnenhof is indrukwekkend en alweer stiekem best gezellig. Historie zoals het hoort!
Het was inmiddels avond geworden en via de Spui en de Grote Marktstraat, het commerciële kloppende hart van Den Haag, wandelden we richting de supergezellige (geen idee hoe vaak ik ‘gezellig’ nog ga gebruiken) Schoolstraat waar we een hapje gingen eten bij Giuliano’s, een piepklein en gezellig (ik weet het, het begint vervelend te worden) Italiaans restaurantje. Er stonden niet meer dan een tiental tafels maar gelukkig konden we nog plaatsnemen. Aan vegetarische, biologische, veganistische,… opties geen gebrek trouwens in Den Haag. Het moet de eerste keer zijn dat we niet echt hebben moeten zoeken om iets vegetarisch te vinden. Overal pakken ze uit met de nieuwe voedingsstijlen en dat geeft Den Haag meteen een plus wat mij betreft.
Wij zijn graag in Den Haag!
Het was nog niet zo laat maar we konden de dag afronden, dus wandelden we terug naar Den Haag Centraal waar we de trein terug naar Ypenburg namen. Na een laatste kilometertje wandelen, inchecken, een drankje in de bar van het hotel en een bubbelbadje kropen we onder de wol, helemaal onder de indruk van onze bijzonder lage verwachtingen die omgezet waren in een gevoel van ‘wij zijn graag in Den Haag’.
Schilderswijk en Chinatown
De tweede dag checkten we uit in het hotel en parkeerden we onze auto in P+R Hoornwijck, een paar kilometer verder maar al dichter bij huis. Voor zes euro konden we de auto hier een hele dag parkeren en reizen met de tram naar het centrum en terug, goedkoper dus dan de treinritten van de eerste dag. Een tiental minuten deden we erover om aan station Hollands Spoor te geraken waar we afstapten en opnieuw aan het wandelen gingen.
Vanaf Hollands Spoor en het ‘Strijkijzer’, de bijnaam voor de Haagse Toren, wandelden we een stukje door de in Nederland beruchte Schilderswijk. Deze wijk toonde een heel ander gezicht van Den Haag. Geen statige woningen, geen historisch interessante plekjes maar eerder een buurt met een soort van voorstadgevoel. Er hing alleszins een heel andere sfeer. Bij gebrek aan mooie straten en plekjes wandelden we verder richting centrum, langs de wijk Chinatown, want ook Den Haag heeft zijn eigen versie. Wel moet gezegd dat het aandeel aan Chinese sfeer in deze straten eerder beperkt is. Als er geen toegangspoorten en lampionnen waren, zou je het niet direct opmerken.
Rond de middag kwamen we weer aan op de Grote Markt, hartje Den Haag, en kwamen we op het punt dat we Den Haag wel stilaan gezien hadden. De wandelingen gisteren overtuigden ons meteen, vandaag was dat een pak minder het geval. Eens terug in het oude centrum kwam het gevoel dat we gisteren hadden wel weer onmiddellijk terug. De straten zijn echt fantastisch om door te wandelen.
Eén bezienswaardigheid in het centrum hadden we nog niet gezien: het ‘Ijspaleis’, de bijnaam voor het gigantische witte nieuwe stadhuis. Het gebouw is indrukwekkend, vooral binnen. Je kan er gewoon in wandelen en zelfs iets drinken in een horecazaak. Het gebouw geeft niet het gevoel van een stadhuis maar eerder van een luchthaven. Knap om te zien!
Scheveningen
De wolken werden intussen donkerder en de twijfel sloeg toe om nog naar Scheveningen te gaan. Het weer wat afwachtend liepen we enkele winkels binnen en dronken we een warme chocolademelk bij Hop & Stork in de ongelooflijk mooie en gezellige Passage, een geheel van oude winkelgalerijen. De chocolademelk smaakte meer naar gewone warme melk, maar goed, de glazen werden heel mooi gepresenteerd en de zoetigheid erbij was lekker!
Uiteindelijk beslisten we dan toch nog om naar Scheveningen te gaan. Den Haag bezoeken zonder deze wijk aan zee mee te nemen was tenslotte ook een beetje vreemd. De twijfel werd aangewakkerd door het feit dat de tramritten heen en weer ons in totaal 13 euro zouden kosten, toch weer niet niks voor een afstand die nu eigenlijk niet zo gigantisch was. Maar goed, de knoop was doorgehakt, dus kochten we dagkaartjes (die goedkoper zijn dan twee tramritten, bizar) in het Centraal Station en sprongen we op de tram richting Scheveningen.
Scheveningen is in België ook behoorlijk bekend en wordt vaak beschouwd als een net iets betere versie van Oostende en Blankenberge. Met die ingesteldheid zochten we onze weg richting strand en pier. Onze stadsgids schreef over de pier dat die een mooie make-over had gekregen en weer de moeite waard was, dus wij zeer benieuwd!
We wandelden langs het Kurhaus naar het strand en moesten eigenlijk meteen vaststellen dat Scheveningen even doods is als Blankenberge in de winter, misschien nog wel doodser. Er was zeer weinig beweging en de wijk voelde nu niet meteen hip en fris aan. De wandeling over de pier ontkrachtte dat gevoel niet. In tegenstelling tot wat we verwachtten lag die er maar rommelig en schijnbaar niet onderhouden bij. In de zomer leeft dit ding wellicht helemaal op, maar nu viel er niks te beleven. De meerwaarde van het reuzenrad op de pier ontging ons eigenlijk ook een beetje. Het feit dat de hemel helemaal betrokken was en het gebrek aan mensen versterkten ons niet overtuigde gevoel wellicht, maar toch, we hebben de indruk dat de status van Scheveningen lichtjes overdreven is. Het is dan ook een beetje onbegrijpelijk dat hier een SeaLife is en er gebouwd wordt aan een Lego Discovery Center. Het moet hier dan in de zomer zo druk zijn dat dat het winterseizoen compenseert, anders kunnen we dergelijke attracties hier niet verklaren.
Uiteindelijk zijn we er nog geen uur geweest. Ons uitstapje was op die manier behoorlijk duur geworden, maar goed, we hebben nu wel een indruk van Scheveningen in de herfst.
De tram bracht ons weer naar Den Haag Centraal van waar we nog een keertje langs het Binnenhof wandelden om vervolgens nog eens door de winkelstraten te slenteren bij wijze van afscheid. Donderdagavond is koopavond en zijn de winkels tot 21u geopend, dus het was deze avond een stuk drukker dan gisteren, maar nog steeds niet overdreven. Bij wijze van iets nieuws te proberen, wandelden we eens de Five Guys binnen op de Spui en bestelden we er een Veggie Sandwich die nog best lekker was. Dit doen we nog!
Het was inmiddels bijna half zeven en dus werd het stilaan tijd om terug naar huis te gaan. We namen de tram op de Spui die ons terug naar de P+R Hoornwijck bracht. Iets over zeven stapten we de auto in en reden we de avondspits in die achteraf bleek de tot dan toe druktste van het jaar in Nederland te zijn. Twee uren later waren we weer thuis…
Onze mening
Den Haag was een voltreffer. Wat we op voorhand bedacht hadden, nl. dat er niet zo gek veel te zien is, blijft overeind, maar we hadden niet verwacht dat de stad zo’n gezellig en aangenaam centrum heeft. We verkiezen het dan ook boven slecht pretpark Amsterdam en kil Rotterdam. Den Haag combineert eigenlijk het beste van de twee. Het heeft een gezellig centrum zoals Amsterdam maar heeft het geluk niet bezoedeld te zijn door het massatoerisme. Daarnaast heeft het een modern tintje zoals Rotterdam en een echt historisch centrum met smalle, gezellig straatjes en pleintjes, wat Rotterdam dan weer mist. Utrecht vonden we ook best leuk, maar Den Haag staat voor ons toch met stip op één wat de Nederlandse vier grote steden betreft.
Van citytrip naar citystrip? Jazeker, Den Haag is de vierendertigste stad in onze keuken en krijgt de eer naast Tokio te hangen (behalve chronologie is er overigens geen verband tussen de twee).