De Ardèche: wie kent departement 7 in het zuiden van Frankrijk genoemd naar de gelijknamige rivier die er doorheen stroomt niet? Het is een toeristische topper met heel wat bezienswaardigheden. Wij lichten er enkele uit die we bezochten tijdens ons verblijf van twee weken tussen Ruoms en Vallon-Pont-d’Arc.
Gorges de l’Ardèche
De Ardèche bezoeken zonder door de Gorges de l’Ardèche te rijden is geen bezoek. De kloof is een van de bekendste van Frankrijk en begint ter hoogte van Vallon-Pont-d’Arc en eindigt in Saint-Martin-d’Ardèche, goed voor 32 kilometer natuurspektakel. Je kan de kloof bezoeken per kano maar je kan ook de autoroute rijden die je langs 11 aangelegde uitkijkpunten leidt. Wandelen is geen optie. Omwille van onze dochter van tweeënhalf kozen wij voor de autoroute, vertrekkend vanaf Vallon-Pont-d’Arc.
Net voorbij Vallon-Pont-d’Arc ligt de fameuze Pont d’Arc, de natuurlijke brugboog die door de Ardèche geërodeerd werd. Het moet zowat het symbool zijn van het departement en het is een trekpleister als geen ander. Het natuurlijk fenomeen is bijzonder mooi, maar in het hoogseizoen wordt de magie van de plek helaas bedorven door massatoerisme. Vanaf de aangelegde betalende parkeerplek is het eventjes wandelen tot aan de rivier. Er is een strand en er is zelfs een bewaakte zwemzone. Dit was voor ons een (boog)brug te ver en we besloten ons bezoek te beperken tot het minimum en deze kelk verder aan ons voorbij te laten gaan. ‘s Ochtends vroeg, ‘s avonds of buiten het seizoen is deze plek wellicht een pak aangenamer.
Vanaf dit punt start de bergroute langs de kloof. Nergens rijd je echt in de kloof. Je rijdt er eerder langs op grote hoogte. Dat maakt dat je de kloof niet echt ervaart, maar je krijgt langs de uitkijkpunten wel bijzonder mooie vergezichten in de kloof in de plaats. Bij zo goed als ieder uitkijkpunt is parkeervoorziening en in tegenstelling tot bij de Pont-d’Arc is het op deze route een pak rustiger, alsof de boogbrug letterlijk fungeert als toegangspoort die de meesten niet voorbij gaan.
Saint-Martin-d’Ardèche, het eindpunt, is een klein dorpje met enkele horecazaken en enkele winkeltjes. Vooral interessant, vonden wij, is dat je er gemakkelijk de Ardèche in kan via een grote zone die gemakkelijk toegankelijk is. In tegenstelling tot wat we verwachtten hier geen grote drukte en dus een pak aangenamer om even te verfrissen in de Ardèche dan bij het beginpunt aan de brugboog.
De terugkeer gaat via dezelfde route, wat maakt dat je de 11 uitkijkpunten kan spreiden over de heen- en terugweg. Je moet dan alleen onthouden welke je al gedaan hebt en welke niet. In combinatie met de Pont d’Arc en eventueel een duik in Saint-Martin kan je hier een daguitstap van maken, maar enkele uren volstaan ook.
Balazuc
Balazuc is zo een van die typische dorpjes die je gezien moet hebben. Het staat vermeld op de website Les plus beaux villages de France. Je bereikt het dorp via het oosten of het westen maar dat heeft consequenties voor je bezoek. Wanneer je langs het oosten het dorp nadert en men verwacht grote drukte, kan je niet verder rijden dan de rand van het dorp. Daar word je naar een parking geleid die, in 2023, drie euro kostte voor een hele dag. Je krijgt er een plattegrond met de belangrijkste bezienswaardigheden. Vanaf daar is het 5 minuten wandelen tot je in het eindelijke dorp bent. Deze route is niet de meest interessante als je van plan bent de plage te bezoeken waar je in de Ardèche kan. Dit strand ligt namelijk helemaal aan de andere kant van het dorp. Vanaf het westen kan je parkeren aan de rivier of kan je wel het hele dorp doorkruisen.
Balazuc ligt tegen een helling van een dal gebouwd en kijkt uit over het dal en de Ardèche. De locatie is magisch en is op zich al de moeite waard. Zoals zoveel vergelijkbare dorpjes telt het veel smalle steegjes, hoekjes en trappen waardoor het telkens een verrassing is wat je om de hoek zal zien. Ongelooflijk ook dat hier effectief mensen wonen. Langs de hoofdstraat zijn enkele horecazaken en winkeltjes. Wanneer je de hoofdstraat door wandelt gaat het plots bergaf richting brug over de Ardèche. Ga zeker tot de brug, want hier krijg je een mooi overzicht over het dorp. De weg terug is een korte klim die zeker goed te doen is.
In het hoogseizoen bezoek je Balazuc best in de voormiddag. De temperaturen zijn dan nog aangenaam en er is nog geen grote drukte. Dat verandert vanaf de middag, al blijft het allemaal nog wel te doen. Je trekt er best een tweetal uurtjes voor uit, tenzij je ook verkoeling wil zoeken in de Ardèche.
Vogüé
Ook dit dorpje staat geklasseerd als een van de mooiste van Frankrijk en ligt op een steenworp van Balazuc. Je kan beide dorpen dus gemakkelijk combineren in één dag. Net zoals Balazuc ligt Vogüé tegen een helling en kijkt het uit over het dal van de Ardèche. Ook hier kan je met de voetjes (of meer) in het water.
Je kan Vogüé met de auto enkel bereiken via de toegangsweg ten zuiden van het dorp. In het hele dorp geldt eenrichtingsverkeer; je rijdt het dorp weer uit via de noordzijde. Net zoals Balazuc wordt het dorp afgesloten voor verkeer bij het binnenrijden wanneer het te druk is en word je naar een betaalparking geleid. De wandelafstand tot het eigenlijke dorp is hier groter dan in Balazuc. Tijdens ons bezoek konden we het dorp wel in rijden en parkeren op de parking in het noorden aan de Chemin de Setras. Vanaf daar sta je zo in de middeleeuwse straatjes.
Het kasteel van Vogüé kijkt uit over het dorp en het dal en vormt een mooi geheel met de rest van het dorp. Vanaf hier is het gemakkelijk om de smalle steegjes te verkennen. De Rue des Puces is op sommige plaatsen minder dan een meter breed en is zeer de moeite om een keertje door te wandelen. De vele trappen en smalle straatjes maken dat Vogüé op zich een ontdekkingstocht is. In de hoofdstraat, beneden, vind je winkeltjes en restaurantjes.
Wij vonden Vogüé nog net iets charmanter dan Balazuc, maar beide dorpen zijn aan elkaar gewaagd. Je zou ook slechts één van beide kunnen bezoeken om een idee te hebben van het ander.
