Weer Op Weg
Blog Europa Spanje

Valencia in de lente

Ciutat Vella

De Ciutat Vella, de ‘oude stad’, ligt wat verder het binnenland in en wordt gekenmerkt door vele smalle straatjes. We vonden het een bijzonder gezellige stadswijk die enkele mooie bezienswaardigheden herbergt. Handig is dat de voornaamste bezienswaardigheden zich op één bijna rechte as bevinden die van het Estació del Nord loopt tot aan de Torres de Serranos. Dat maakt dat je de stad in relatief korte tijd gezien kan hebben.

Valencia
De Torres de Serranos is nog één van de twee overgebleven stadspoorten van de vroegere omwalling.

Het Estació del Nord is een fraai stationsgebouw en is, ondanks de naam, eigenlijk het centraal station van Valencia. Ga zeker binnen ook eens kijken want het heeft een bijzonder mooi interieur. De loketten zijn nog origineel en zorgen voor een speciale sfeer. Pal naast het station ligt het Plaça de Bous, oftewel de stierenarena van de stad. De arena lijkt op een kleine versie van het Colosseum in Rome en samen met het Estació del Nord levert dat een mooi plaatje op.

Valencia

Wat verder liggen het stadhuis en de Correos, het postgebouw. Beide gebouwen zijn nu niet zo indrukwekkend, maar vanop de Plaça de l’Ajuntament krijg je wel een ander typisch stadsgezicht dat je vrijwel onmiddellijk terugvindt wanneer je de zoekterm ‘Valencia’ intikt in Google.

De Plaça Rodona is een rond pleintje dat overdekt is en waar je allerlei kraampjes vindt waar spulletjes te koop aangeboden worden. Daarnaast, op de Plaça Lope de Vega, vind je het ‘smalste huis van Europa’. Veel mensen zien het niet eens staan, maar wanneer je erop let, is het indrukwekkend door zijn smalheid. Zeker een ommetje waard!

Vanaf de Plaça Lope de Vega sta je in geen tijd voor een indrukwekkend gebouw: de kathedraal van Valencia, met de misschien nog bekendere El Micalet, de toren die je kan beklimmen. De kathedraal zelf hebben we niet bezocht, maar als er een toren is met uitzicht, moeten we die natuurlijk gedaan hebben. Voor een schamele 2 euro per persoon kregen we toegang. Het uitzicht is nu niet zo bijzonder omdat Valencia geen echte kleppers van bezienswaardigheden heeft die boven de daken uitsteken, maar het was toch eens leuk om van bovenaf blauwe koepeltjes te spotten die je in deze stad veelvuldig terugvindt. Op het pleintje voor de kathedraal zijn heel wat terrasjes te vinden waar je o.a. een Agua de Valencia kan drinken, het plaatselijke aperitief op basis van Cava, sinaasappelen en gin.

Het plein achter de kathedraal, de Plaça de la Mare de Déu is een bijzonder druk maar gezellig plein met een fontein, terrasjes, sinaasappelbomen en een prachtig zicht op de achterkant van de kathedraal. Dit is Valencia ten top!

Meer naar het westen bezochten we nog de Torres de Quart. We startten de wandeling aan de Torres de Serranos. Voor het laatste stukje namen we de fiets. De wandeling leverde een aantal mooie plaatjes op en bracht ons langs een leuk stukje Valencia. Net zoals de Torres de Serranos is de Torres de Quart bijzonder goed bewaard. Hij oogt ook een stukje imposanter. De inslagen van kanonskogels van Napoleons poging om de stad in te nemen zijn nog goed te zien. Vlak bij de stadspoort brachten we nog een bezoekje aan de botanische tuin van Valencia. De tuin vormt een oase van rust in de drukke stad maar je hoeft er zeker geen ommetje voor te maken.

De Mercat de Colón ligt in principe niet in de Ciutat Vella, maar is zeker een bezoekje waard. Het is een overdekte marktplaats zoals ze wel in meerdere steden te vinden zijn. Het gebouw werd mooi gerestaureerd en nu is het een bijzonder gezellige plek voor een hapje en een drankje in een van de vele restaurantjes. Het is ook een plek waar de Valencianos massaal verzamelen na het werk, dus het is vooral dan dat de Mercat helemaal tot leven komt. Wij hebben er tapas geproefd en dronken er een Agua de Valencia, maar daar betaalden we veel te veel voor. Houd dat in het achterhoofd als je beslist je er te installeren.

Strand

Net zoals grotere broer Barcelona heeft ook Valencia stranden, zij het iets verder van het centrum. Vanaf ons hotel fietsten we in een kwartier naar de oude haven en van daar stonden we in geen tijd aan de Middellandse Zee. Je geraakt er ook met de metro maar je stapt dan best nog over op de tram die je tot pal aan de zee brengt. Er zijn drie stranden in Valencia. Las Arenas is het grootste en best voorziene strand en ligt dus ook het dichtst tegen de stad. Bij ons bezoek was hier niet bijster veel te beleven. Er waren amper mensen op het strand en de terrasjes van de vele zaken bleven zo goed als leeg. Dat doet uiteraard veel aan de beleving. Met warmere temperaturen is dit zonder enige twijfel een bruisende plek. Het strand is alvast prachtig, ruim en uitnodigend. ’s Avonds gingen we voor een vegetarische paella, nog iets dat afkomstig is van Valencia, in La Divina Comedia, een restaurant pal aan zee.

Onze mening

Zoals gezegd: Valencia heeft geen grote kleppers zoals de Eiffeltoren, maar dat hoeft ook helemaal niet. De stad heeft bijzonder veel charme en gezelligheid en het groene Turiapark vormt een absolute meerwaarde. Madrid en Barcelona bevielen ons al en nu kan Valencia ook toegevoegd worden aan het Spaanse stedenlijstje.

Laden...

Deze website maakt gebruik van cookies. Indien je verder surft verklaar je je hiermee akkoord. Accepteren Lees meer