In mei eerder dit jaar ontdekten we de schoonheid van de Hoge Venen en toen hadden we onszelf voorgenomen zeker nog eens terug te keren. Deze daguitstap combineerden we met een stop aan het Drielandenpunt en een verrassend leuke wandeling in Longfaye.
In juli tijdens onze roadtrip door de V.S. maakten we op weg van Cortez naar Monument Valley een korte tussenstop aan het Four Corners Monument, de enige plaats in de V.S. waar vier staten (Utah, Colorado, New Mexico en Arizona) bij elkaar komen, en dat in bijna perfecte 90°-hoeken. Dichter bij ons hebben we ook zo’n punt, zij het met slechts drie landen: het drielandenpunt waar België, Nederland en Duitsland elkaar in één punt vinden, letterlijk.
Ongeveer anderhalf uur deden we erover om er te geraken. Niet zo lang dus. De gemakkelijkste weg om het punt te bereiken is via Vaals, Nederland. Na een stevige klim – we zagen heel wat fietsers puffen – kom je eerst aan de Wilhelminatoren, één van de twee (ja, twee!) uitkijktorens aan het Drielandenpunt. De Wilhelminatoren is zo’n 30 meter hoog en is de Nederlandse toren. Hij staat eigenlijk nergens, want zowel het drielandenpunt als het hoogste punt van Nederland bevinden zich een kleine kilometer verder. We vervolgden dan ook onze weg en stelden vast dat hier best nog wat toeristen komen, wat we niet echt verwacht hadden.
Een beetje verder arriveerden we aan de eerste parking. Een kaartje kost twee euro voor een dag en in dat kader dienen we toch echt weer een Nederlandse frats te vermelden. Na P1 volgde P2 en daar stond zeer duidelijk aangegeven dat dit de laatste parking was. Goed voorbereid als we waren trapten we echter niet in die Nederlandse list en reden we voort tot aan de Koning Boudewijntoren, de tweede uitkijktoren en zoals de naam doet vermoeden: de Belgische. Deze toren ligt pal aan het drielandenpunt en wat vonden we aan de voet? Exact! Nóg een parking! Dit is de enige Belgische parking op het domein en wellicht willen onze Nederlandse vrienden verhinderen dat al die toeristen hun twee euro gaan uitgeven in België in plaats van in Nederland. Grappige bijkomstigheid: de slagboom was aan deze parking stuk (dat is dan weer op zijn Belgisch) waardoor we hier gratis konden parkeren.
Grappig trouwens hoe beide landen een graantje meepikken van de aantrekkingskracht van de plaats. België heeft een uitkijktoren en een horecazaak, Nederland heeft ook een uitkijktoren, enkele horecazaken en het drielandenlabyrint. Duitsland is de grote afwezige hier. Onze oosterburen houden zich duidelijk buiten het gevecht om de centjes van de toerist. Een derde toren hadden we nochtans grappig gevonden.
Nu we hier toch waren besloten we 3,5 euro per persoon uit te geven om de vijftig meter hoge Koning Boudewijntoren te beklimmen voor een uitzicht over de drie landen. Het uitzicht is niet zo speciaal, maar het had wel iets ironisch om op het hoogste punt van Nederland te staan, maar dan eigenlijk in België. We vonden het zelfs best wel een beetje zielig voor onze noorderburen. Dan ligt hun hoogste punt net hier en hebben de Belgen er pal naast een vijftig meter hoge toren gebouwd…
Het drielandenpunt zelf dan. De grenspaal staat in het midden van een cirkel met daarachter de vlaggen van de drie betrokken landen. Het heeft wel iets, alleen had het best wat grootser aangepakt kunnen worden met het Four Corners Monument in het achterhoofd. De grenzen zijn bijzonder dunne lijntjes waardoor ze op foto’s zelfs maar amper te zien zijn. Het is beter dan niks, maar een iets grotere aanpak had toch wel gemogen vonden wij zo.
Waterval van de Bayehon
Uiteindelijk zijn we een dik half uur aan het drielandenpunt gebleven voor we verder reden naar de Hoge Venen om er nog eens de natuur in te duiken, want wat doen we dat toch graag. Gelukkig hoef je helemaal niet ver te rijden om op mooie plekken terecht te komen. Onze bestemming: Longfaye, een klein dorpje vlakbij het bekendere skioord Ovifat op een boogscheut van Signal de Botrange, het hoogste punt van ons land en meteen ook de hele Benelux.
Niet ver van het dorpje kan je de auto kwijt en begint een bijzonder leuke wandeling van negen kilometer, bijna voortdurend langs bergriviertjes. Opnieuw hadden we ons laten inspireren door de website EastBelgium, een aanrader als je naar de Oostkantons wil. Spijtig genoeg moesten we vaststellen dat het de wandeltoeristen hier niet zo gemakkelijk gemaakt wordt. De aangegeven parking is zodanig klein dat er slechts enkele auto’s kunnen parkeren. Als je bepaalde wandelingen promoot, wat de website prima doet met alle nodige info, dan mag je ook verwachten dat je de wandeling effectief kan doen en dat was niet zo evident. Op tijd komen is dan ook de boodschap. Gelukkig vonden we nog een plaatsje langs de kant van de weg wat verderop richting dorp.
We besloten de wandeling tegen wijzerzin te doen, zoals ook aangegeven. Op die manier heb je de grootste klim (nog prima te doen) in het begin en is de rest vlak of afdalen. Van bij de start volg je de loop van het bergriviertje de Bayehon die volledig gevoed wordt door het water afkomstig van de venen verderop. Het water van de rivier kleurt bruinrood omwille van het ijzergehalte in het water. Na slechts een kort stukje arriveerden we al aan het eigenlijke hoogtepunt: de waterval van de Bayehon. Deze waterval is eigenlijk de grootste (niet hoogste!) natuurlijke van ons land (in Coo zijn ze het resultaat van mensenhanden). Hij is slechts negen meter hoog maar het water dendert er met de nodige show vanaf en belandt in een mooie natuurlijke ingesloten poel alvorens weer verder te stromen. Zo’n dingen zijn altijd leuk, dus hier bleven we een tijdje rondhangen alvorens onze tocht verder te zetten.
Vanaf de waterval is het nog een eindje klimmen langs de Bayehon. Het wandelpad is op veel plaatsen eigenlijk gewoon een klein riviertje omwille van het water dat langs alle kanten zijn weg zoekt naar de Bayehon. Gepast schoeisel is dus zeker nodig gezien de modder die dat voortbrengt. Op het keerpunt van de wandeling waren we niet ver van het Signal de Botrange en dat zouden we geweten hebben. Plots kwamen we in mooi maar verraderlijk veenlandschap terecht. We volgden nauwgezet het aangegeven padje, maar ik kon toch niet verhinderen dat ik verrast werd door de zompige ondergrond. Bij een verkeerde stap in het gras bleek ik door te zakken in het water: voetjes nat. Niet aangenaam, maar gelukkig droogde alles netjes op tijdens de wandeling.
Wat nu volgde was minder interessant. De wandeling leidde doorheen naaldbossen, maar overal werden we eraan herinnerd in de Hoge Venen te zijn door het alom aanwezige water. Nadat we de weg overstaken werd het weer interessanter en volgden we de loop van een zijriviertje van de Bayhon, deze keer met iets helderder water. Aan de samenvloeiing van beide riviertjes keerde de wandeling weer noordwaarts, richting parking, doorheen een laatste erg mooi stukje Belgische natuur.
Wandeling: De waterval van de Bayehon
Afstand: 12,6 km
Bewegwijzering: liggende rode rechthoek
Onze mening
Het drielandenpunt is best eens leuk om gezien te hebben. Het is wel niet de moeite als je de hele afstand doet om dan weer naar huis te gaan. Combineer het zeker met iets anders in de buurt.
De wandeling rond Longfaye vonden we dan wel weer érg leuk. Wandelen langs water is altijd een plus en dat bood deze wandeling bijna de volle negen kilometer. De route is niet te zwaar waardoor combineren met de wandeling van aan de dam van Robertville naar Château de Reinhardstein ook perfect mogelijk is aangezien de wandelingen zo goed als aan elkaar grenzen en dus vlot aan elkaar te koppelen zijn. Dan krijg je een route van zo’n 16 kilometer.