Wat zou onze grote bestemming van 2018 worden? Die vraag heeft ons bezig gehouden tot in juni, de eerste keer dat we zo lang niet wisten waar we heen zouden gaan. Dat lange wachten houdt uiteraard risico’s in, want er is niets zo onvoorspelbaar als vluchtprijzen en hoe langer je wacht, hoe meer risico op hoge tarieven. Intussen passeerden tal van bestemmingen de revue: de oostkust van Canada, Hong Kong, Singapore,… Tot er zich een kans voordeed om naar Japan te vliegen. Vorig jaar hadden we al een mogelijke route bekeken van Tokio tot Osaka, dus dat plan konden we min of meer recycleren en dus was de beslissing gemaakt. Op deze reis trekken we van Osaka naar Tokio met een tussenstop in Kioto. Het wordt geen roadtrip zoals onze V.S.-reizen, wel maken we dit keer volledig gebruik van het openbaar vervoer.
Iets over acht ‘s ochtends landde onze vlucht uit Frankfurt met een Boeing 747 op de luchthaven van Osaka Kansai. We hadden er een nachtvlucht opzitten van zo’n elf uren en dat zou zo wel eens zijn gevolgen kunnen hebben. Voorlopig zagen we ons allereerste reisavontuur in het verre oosten alleszins nog helemaal zitten.
Osaka was dus de eerste halte op onze reis van twee weken door Japan met verder nog Kioto en Tokio te gaan. De vlucht was goed verlopen, alleen zat slapen er niet echt in. Dat in combinatie met een vlucht oostwaarts staat garant voor aanpassingsproblemen aan het nieuwe uur waar we de rest van de dag de gevolgen van zouden voelen, al bleef de schade nog enigszins beperkt.
De afhandeling op de luchthaven verliep bijzonder vlot. Ook hier moesten we langs de grensbewaking en moesten we vingerafdrukken en een foto laten maken. Net zoals in de V.S. passeerden we langs een beambte. Het contrast kon echter haast niet groter zijn. Waar de beambten in de V.S. zich gedragen alsof ze de belangrijkste job ter wereld hebben en je maar beter wat ontzag toont, word je hier met de glimlach en veel geknik ontvangen en mag je langs een roze (die kleur is blijkbaar een favorietje van de Japanners) hokje waar de beambte zit. Wat een wereld van verschil.
Nadat we de bagage hadden, liepen we naar het postkantoor, want er lag een pakje op ons te wachten in de luchthaven! Op voorhand hadden we een WiFi-device besteld dat we gedurende de hele reis meenemen en dat ons van internet zal voorzien. Stipt om negen uur ging het postkantoor open, geen halve minuut eerder of later, en vrijwel meteen hadden we ons pakketje, netjes afgeleverd zoals afgesproken. We maakten meteen verbinding met het apparaat en voilà, daar hadden we ons razendsnel internet.
ICOCA
Osaka is in vergelijking met Tokio een kleine stad. In Europa zou het een megastad zijn.
Volgende stap was het aanschaffen van een ICOCA-kaart, een van de universele kaarten die in heel Japan gebruikt kunnen worden voor het openbaar vervoer. In Tokio heet de kaart Pasmo, hier in Osaka heet hij ICOCA. Van welke kaart je gebruik maakt speelt geen rol: hij wordt overal aanvaard, zelfs in vele drankautomaten en supermarkten. Het enige wat je moet doen is hem voldoende met Yen opladen zodat je kan betalen. Het was wel even opletten. De ICOCA kan je enkel bij Japan Railways kopen maar wij zouden een trein nemen van Nankai, niet de “Rapi:t” want die kan je niet betalen met de ICOCA, maar wel de Airport Express die er iets langer over doet om in station Namba te geraken maar die een stuk goedkoper is. Zo gezegd zo gedaan en rond half elf stonden we in station Namba, in het hart van Osaka.
Osaka is, afhankelijk van hoe je meet, de tweede of derde stad van Japan. De stad zelf heeft zo’n 2,7 miljoen inwoners en moet dan enkel nog Tokio en Yokohama laten voorgaan. De agglomeratie telt meer dan 8 miljoen inwoners en is daarmee na Tokio de grootste van Japan. Als je weet dat de agglomeratie van Tokio net geen 40 miljoen inwoners telt, dan kan je ironisch genoeg bijna stellen dat Osaka in vergelijking een kleine stad is. Vergelijk je ze met steden bij ons, dan past Osaka in het rijtje van Moskou, Londen en Parijs en hoort ze bij de grote jongens. Om maar te schetsen hoe relatief alles is.
Arigato!
Via de Namba Walk, een gigantisch ondergronds winkelcentrum dat twee metrostations met elkaar verbindt, bereikten we ons hotel. We meldden ons al aan maar we konden nog niet beschikken over een kamer, dat kon pas om drie uur. In een praatje met de receptioniste, voor zo ver dat mogelijk was want het niveau van het Engels is hier een behoorlijk drama, vernamen we dat je in Japan ‘arigato’ zegt om iemand te bedanken. Later zouden we te weten komen dat dat eerder een informele manier is en dat je beter ‘arigato goizaimasu’ zegt, een iets formelere vorm.
Vier uren zitten wachten in de lobby van het hotel zagen we niet echt zitten, dus besloten we ons snel om te kleden (aangepast aan het zomerweer hier) en op pad te gaan met als doel het kasteel van Osaka, zowat dé bezienswaardigheid van de stad.
Van supermarkt tot kasteel
We besloten de afstand te voet af te leggen, zo’n 4,5 kilometer, zodat we meteen iets van Osaka zouden zien. De eerste indruk was niet denderend. De stad leek op het eerste zicht weinig te bieden en oogde zeer dubbel: er waren moderne gebouwen maar een beetje verder gaf het dan weer een vervallen indruk. Het was vooral uitkijken voor fietsers die hier zo maar op het voetpad rijden. Wat ons ook vrijwel meteen opviel is dat er bijna nergens vuilbakken te bespeuren waren en toch lagen de straten er zeer schoon bij. Dat fenomeen zouden we verder op onze reis, bijna dagelijks, opmerken. Het is ook wel iets om rekening mee te houden, hoe dom het ook klinkt. Als je iets koopt of je hebt zelf een flesje drank in de rugzak zitten dat uiteindelijk leeg geraakt, dan geraak je het dus ook nergens kwijt en moet je het zelf bewaren om het dan in het hotel weg te gooien tenzij je, met een beetje geluk, toch een verdwaalde vuilbak tegenkomt.
Eten zoeken in de supermarkt is een echte uitdaging en je koopt vaak op goed geluk.
Net zoals in Dubai ervaarden we nieuwe geuren, alleen niet zo positieve. Of de keuken ons hier zal bevallen, valt dus nog serieus af te wachten. We liepen ook al enkele supermarkten in om te verkennen wat er hier zoal te vinden is. Wat we dachten blijkt te kloppen: het is een regelrechte uitdaging om iets te kopen waarvan je zeker bent wat het is. We hebben al een miskoop gedaan toen we dachten eenvoudige broodjes gekocht te hebben maar toen we ze open deden bleek er iets vies in te zitten. Tja, het zal hier altijd een verrassing zijn. Wel een beetje problematisch als je geen vlees of vis eet, maar dat wisten we.
Het laatste deel van de wandeling besloten we toch maar te overbruggen met de metro doordat de vermoeidheid zwaar begon toe te slaan. De eerste inspanning van de reis werd wel beloond: het kasteel van Osaka is mooi, ook het hele park errond is een wandeling zeker waard. De vermoeidheid en hitte maakten dat de eerste highlight van Japan niet in optimale omstandigheden ontdekt werd, maar het is gelukt en achteraf zou blijken dat deze aanpak ervoor zou zorgen dat we vrij snel van de jetlag af geraakten.
Het kasteel van Osaka werd gebouwd in de 16de eeuw en was een van de grootste forten van Japan. Op dit moment is het het bekendste kasteel van het land. Het bouwwerk doet je uit je eigen referentiekader stappen, want wij kennen heel andere eigenschappen toe aan het begrip ‘kasteel’ dan die die je hier ziet. De functie is echter dezelfde: het verdedigen van een bepaald gebied. Het kasteel kent een woelige geschiedenis. Zo werd het o.a. in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd. In 1950 werd het opnieuw zwaar toegetakeld door een tyfoon. Dat alles maakt dat het huidige gebouw nog maar amper origineel is; het werd grotendeels heropgebouwd. Dat maakt op zich niet uit en is zelfs een goede zaak. Het is immers een indrukwekkend en mooi staaltje Japanse architectuur en het zou zonde geweest zijn als het er niet meer zou zijn. Ook de omgeving is bijzonder mooi en doet je meteen in een andere wereld terechtkomen.
Rond vier uur waren we terug in het hotel en konden we naar de kamer, die zoals verwacht en naar Japanse normen behoorlijk klein is, maar het komt goed! De kamer is zeer netjes en beschikt verder over alle comfort dat je nodig hebt. Omdat het reizen en de wandeling naar het kasteel nu echt begonnen door te wegen besloten we toch even rust te nemen.
Slaatje met vlees
‘s Avonds gingen we terug de stad in om de wijk Dotonbori te verkennen maar niet voor eerst een hapje te eten. De vermoeidheid was voor een stukje op de maag geslagen en we hadden echt geen zin om ons aan een eerste groot Japans eetavontuur te wagen, dus zochten we de dichtst bijzijnde McDo of Burger King om daar een slaatje te eten met frietjes. Eenvoudig, niet? Schijn bedriegt echter, ook hier in Japan. In de Burger King vlak bij ons hotel bestelden we een slaatje met frietjes. Het contact met de medewerkster verliep uiterst gemoedelijk met veel lachjes en knikjes. We moesten echter wel duidelijk maken dat we zeker geen vlees of vis in dat slaatje wilden en dat leek op het eerste zicht gelukt… tot we de bestelling kregen. Want wat zat er in dat slaatje? Juist! Vlees! Ik wandelde terug naar de medewerkster die de bestelling had opgenomen en ze verontschuldigde zich meteen op een manier die alleen in Japan kan. Het leek alsof er een wereldramp gebeurd was. Ze sloeg haar handen om haar mond, boog een aantal keren terwijl ze herhaaldelijk sorry zei en zette de fout meteen recht. Ik kreeg een nieuw slaatje, deze keer zonder vlees. Waar het is misgelopen weten we niet: had de medewerkster toch niet goed begrepen wat ‘meat’ precies was of was het de kok die de boodschap niet had begrepen? Geen idee, in ieder geval gaf het ons geen geruste indruk. Als zoiets simpel in een Burger King al niet lukt, wat moet dat dan geven in een restaurantje.
Dotonbori
Dotonbori is vooral ‘s avonds een levendige wijk met indrukwekkende neonreclames. Centraal loopt een kanaal met aan beide zijden een wandelpromenade. Ze noemen het hier graag het Akihabara (een bekende wijk in Tokio) van Osaka. Toen we hier vanmiddag passeerden was het haast uitgestorven, nu was er heel wat meer volk. De wijk is ook een stuk aangenamer nu, al kunnen we niet zeggen dat het gezellig is. Het zou nochtans wel gezellig kunnen zijn, maar de combinatie van hypermodern en vervallen steekt daar toch een stokje voor.
Het is in Dotonbori dat we pas echt in contact kwamen met enkele vreemde aspecten van de Japanse cultuur. Een Japans meisje dat op de vierde verdieping van een winkel staat te dansen met een reclamebord in haar handen, je komt het niet tegen bij ons.
Na een korte avondwandeling door Dotonbori was het tijd om terug naar het hotel te wandelen. Het was goed geweest vandaag. Gelukkig volgde een relatief goede nacht.
Onze mening
Onze eerste kennismaking met Japan is positief, al weten we nog niet heel goed wat te verwachten. We onthouden vooral dat eten een uitdaging zou kunnen worden. We hebben immers al heel wat supermarkten binnenstebuiten gekeerd en brood en kaas vinden blijkt niet evident. Onze reisgewoonten van lunch in de vorm van boterhammen meenemen zullen we dus een beetje moeten herzien. Osaka maakt voorlopig geen wow-indruk maar het kasteel was best wel mooi. Wat ook opvalt is dat alles behoorlijk netjes is, en daar worden we wel blij van.
Heb je vragen of eigen ervaringen die je wil delen? We lezen ze graag bij de commentaren onderaan deze pagina!
We overnachtten in Red Roof Plus Osaka Namba op basis van kamer en ontbijt, zeer centraal gelegen op wandelafstand van station Namba, enkele bezienswaardigheden en het kloppend hart van het avond- en nachtleven in Osaka.
Wij boekten onze vluchten bij Lufthansa en vlogen via Frankfurt naar Kansai Airport, de internationale luchthaven van Osaka.
- Hotel
We overnachtten in Red Roof Plus Osaka Namba op basis van kamer en ontbijt, zeer centraal gelegen op wandelafstand van station Namba, enkele bezienswaardigheden en het kloppend hart van het avond- en nachtleven in Osaka.
- Vluchten
Wij boekten onze vluchten bij Lufthansa en vlogen via Frankfurt naar Kansai Airport, de internationale luchthaven van Osaka.
- Links