Onze bescheiden rondreis door Japan van Osaka naar Tokio kwam stilaan tot een eind. We hadden nog één dag te gaan, en die vulden we in met cultuur en een laatste overzicht over de stad.
Tokio is een hypermoderne stad, dat hebben we de voorbije dagen mogen ervaren. Na ons bezoek aan Osaka hadden we niet verwacht dat de Japanse hoofdstad ons zo zou bevallen. Hypermodern betekent echter zeker niet een gebrek aan traditionele cultuur en die vonden we in Asakusa.
Asakusa
Het grootste deel van de dag spendeerden we in Asakusa, een wijk in het noorden van de stad. In de wijk zijn twee voorname bezienswaardigheden: de Sensojitempel en de Tokyo Skytree. De wijk was tot aan de Tweede Wereldoorlog dé entertainmentwijk van Tokio. Die rol werd later overgenomen door o.a. Shinjuku, Shibuya en Ueno. Na de oorlog is ze wel opnieuw opgebouwd, maar de aantrekkingskracht van ervoor zou ze nooit meer terugkrijgen. Ook toeristen lieten de wijk meer en meer links liggen totdat de Tokyo Skytree geopend werd en die een keerpunt betekende voor de wijk.

We namen de metro en arriveerden een kwartiertje later in station Asakusa. We waren duidelijk niet de enigen die naar de wijk trokken, want er was een behoorlijke toeristenstroom vanaf het station. Die volgden we ook maar om te geraken waar we wilden zijn: de Sensojitempel.
Sensoji
De Sensojitempel is de oudste van Tokio. Hij werd in 645 gebouwd en is een van de mooiste van de stad, én een ware toeristenmagneet. Het unieke aan het tempelcomplex is de centrale laan met eet- en koopwarenwinkeltjes die loopt vanaf de toegangspoort tot aan de tempel zelf. Het krioelde er van de mensen, maar we begrepen ook meteen waarom: dit is echt een mooi en bijzonder tempelcomplex. We struinden doorheen de centrale laan en al snel sloeg de hitte weer op ons lichaam. Het leek wel of we het zo warm nog niet gehad hadden; het zweet begon al snel weer te stromen. Op het plein voor de tempel zochten we een kwartiertje verkoeling op in de schaduw, maar zelfs dat hielp maar amper.
Blijven zitten was geen optie, dus zetten we onze verkenningstocht verder doorheen het tempelcomplex. Veel elementen hadden we ook al wel gezien in andere tempels en schrijnen eerder deze reis maar het blijft toch altijd speciaal om de sfeer die in zo’n complexen heerst te ervaren.
Replica food
Een van de dingen die zo typisch Japans zijn, is het nepeten dat ieder restaurant in de etalage heeft staan. Zo weet je als gast meteen hoe je bord eruit zal zien en wat er allemaal op ligt. In het begin kijk je vreemd op wanneer je zo’n restaurantetalage voor het eerst ziet, maar eigenlijk is het een knap systeem dat zelfs bepaalt of je ergens binnen gaat of niet.

Op onze terugwandeling vanaf de tempel botsten we per toeval op een winkeltje van het grootste replica food-bedrijf van Japan. Ze stelden er heel wat ‘borden’ tentoon en je kon ze ook meteen kopen. Nu heeft dat op zich weinig zin, want zo’n maaltijden worden geheel op maat gemaakt van de klant in functie van hoe die zijn maaltijden samenstelt en presenteert, maar het was wel eens leuk om te zien. Rond het maken van dat replica food is trouwens een hele industrie ontstaan en het proces is omvangrijker dan je eerst zou denken, zo konden we leren in de winkel.
Alvorens de Sumidarivier over te steken richting Tokyo Skytree wandelden we nog even het Asakusa Culture Tourist Information Center (wat een naam) binnen. Het bevindt zich midden in de wijk en het leuke is dat het beschikt over een open bovenste verdieping die een mooi uitzicht biedt over de wijk met het tempelcomplex en die ook nog eens gratis toegankelijk is. Het zicht op de drukte beneden ons in het tempelcomplex was de moeite waard en een beetje verder zagen we al onze volgende stop: de Tokyo Skytree.
Tokyo Skytree
De Tokyo Skytree is met 634 meter na de Burj Khalifa in Dubai het tweede hoogste bouwwerk ter wereld. De nummer drie bevindt zich ook in Azië, in Shanghai meerbepaald. De Skytree is eigenlijk een zendmast die gebouwd werd omdat de Tokyo Tower te laag was geworden. Hij is ook een populaire toeristische attractie en dat merkten we toen we er aankwamen. Rond de toren is een heel winkelcentrum gebouwd en er is een metrostation verwerkt in het complex.
We kochten meteen tickets voor Floor350 op, je raadt het al, 350 meter hoog. Je kan ook tickets kopen voor de hoogst bereikbare verdieping, Floor450, maar de ervaring leert ons inmiddels dat de hoogste hoogte meestal niet garant staat voor de beste uitzichten, dus die meerprijs lieten we voor wat het was. De infoschermen meldden een wachttijd van zo’n half uur, maar in de praktijk duurde het slechts een kwartiertje voor we in de lift de hoogte in suisden.
Op de 350ste verdieping kregen we effectief waar we voor gekomen waren: een prachtig en weids uitzicht over heel Tokio en nogmaals moesten we vaststellen hoe gigantisch groot deze stad wel is. Altijd leuk om zo’n uitzicht te doen aan het eind van de reis zodat je veel herkenningspunten hebt. Het was vooral confronterend hoe ver de wolkenkrabbers van Shinjuku en Shibuya waren. Vooral die van Shinjuku lagen gehuld in mistige lucht, wellicht luchtvervuiling. Iets dichter bij konden we de Tokyo Dome en Thunder Dolphin nog onderscheiden. De Rainbow Bridge was zo goed als onzichtbaar.
Een goed half uur spendeerden we op deze verdieping en de onderliggende alvorens we de lift weer naar beneden namen.
Ueno
De laatste avond in Japan was aangebroken en die wilden we afsluiten met een etentje in een Hard Rock Cafe. In Tokio zijn er twee en de dichtst bijzijnde vind je in het station van Ueno. Gelukkig voor ons was dat station rechtstreeks met de metro vanuit Asakusa te bereiken, dus niet veel later waren we waar we moesten zijn. De Hard Rock-ervaring was hier een van de slechste die we al meegemaakt hadden, dus dat was wel een tegenvaller. Na het etentje maakten we nog een korte wandeling door het donkere Ueno Park voor we weer met de metro terug naar het hotel gingen.
Naar huis
De volgende ochtend was het tijd om de koffers te makken en met de metro en trein naar luchthaven Haneda te gaan waar we onze terugvlucht naar Frankfurt hadden. Na een korte vertraging van zo’n kwartier hadden we dan onze aansluitende vlucht naar Brussel. Het was inmiddels laat en daardoor kon het contrast met Japan niet groter zijn. We gingen immers met de trein terug naar Antwerpen maar aangezien dit België is en niet Japan was er slechts één (jawel, één!) trein per uur naar de Scheldestad en als klap op de vuurpeil slaagde men er nog in die met twintig minuten vertraging te laten rijden. De cultuurshock van Japan naar hier was bijna groter dan omgekeerd, mede doordat het ook bedroevend was vast te stellen wat voor niet zo schoon (zacht uitgedrukt) continent Europa eigenlijk is. De netheid van Japan en het efficiënte openbaar vervoer werden direct als een gemis ervaren…
Onze mening
Asakusa is een wijk die je zeker moet bezoeken, al was het maar omdat ze behoorlijk anders is dan de rest van Tokio omwille van het traditionelere karakter. We waren oorspronkelijk niet van plan de Tokio Skytree te bezoeken omdat we al andere uitzichtspunten gedaan hadden, maar we waren toch blij Tokio eens te zien vanop die hoogte. Ueno Park is een van de plekken die wat meer tijd hadden verdiend maar dat is misschien wel eens voor een andere keer.
We overnachtten in Hokke Inn Nihonbashi, een eenvoudig hotel gelegen bij twee metrostations. We kozen dit hotel vooral omwille van de nabijheid van station Hatchobori van waar we snel en eenvoudig in Tokyo Disney Resort geraakten. Het hotel biedt kleine maar efficiënte kamers en ontbijt. Het was het minste hotel van onze reis maar op zich zeker niet slecht.
- Hotel
We overnachtten in Hokke Inn Nihonbashi, een eenvoudig hotel gelegen bij twee metrostations. We kozen dit hotel vooral omwille van de nabijheid van station Hatchobori van waar we snel en eenvoudig in Tokyo Disney Resort geraakten. Het hotel biedt kleine maar efficiënte kamers en ontbijt. Het was het minste hotel van onze reis maar op zich zeker niet slecht.
- Links