Vandaag volgde de laatste echte ‘on the road’. We moesten zo’n 550 kilometer rijden naar Joshua Tree National Park en daarmee namen we ook weer afscheid van The Grand Canyon State, Arizona. Terug naar California waar deze reis ook begon.
Uiteindelijk deden we er vijf uur en half over met twee zeer korte stops. Het rijden gaat hier echt ongelooflijk vlot en ontspannen. In Europa zou het ons niet lukken die afstand af te leggen met slechts twee stops van een paar minuutjes.
Het landschap veranderde van groen met rode rotsen in uitgestrekte woestijnvalleien vol gigantische cactussen in de buurt van Phoenix tot een ongelooflijk hete woestijn in Twentynine Palms. We dachten dat we in Las Vegas het heetste achter de rug hadden, maar hier is het zeker zo hard bakken mét een hete wind erbij. Precies een reusachtige heteluchtoven. Door al die cactussen vroegen we ons trouwens af wat de Engelse vertaling daarvoor is. Blijkt dat uiteraard gewoon ‘cactus’ te zijn, maar wij vonden ‘shitbetweens’ beter klinken.
Vermits we maar rond 15u30 arriveerden, konden we niet heel veel meer doen, maar dat vonden we eigenlijk niet erg. We hebben ons een uurtje in het hotel beziggehouden en namen een duik in het zwembad. Het was er tenslotte heet genoeg voor: de thermometer gaf 113°F aan, oftewel 45°C.
Joshua Tree National Park
Daarna was het tijd om iets te gaan eten om dan door te rijden naar Joshua Tree National Park, op zo’n tien minuten van ons hotel. De zon was al aan het zakken en we repten ons naar Keys View waar we nog net op tijd een fantastisch mooie zonsondergang zagen. De rest van het park verkennen we morgen alvorens de Amerikaanse natuur definitief vaarwel te zeggen en richting San Diego te rijden.